De tabaksmerken Beka en Pax
Op 17 mei 1942 werd de distributieregeling voor tabak ingevoerd. Door schaarste van de aanwezige grondstoffen mochten eerst 12, later 4 tabaksfabrieken nog produceren. Deze vier fabrieken leverden onder de fabrikantennummers 7589, 7590, 7591 en 7593 het eenheidsmerk ”Beka” een afkorting van Bureau Kerftabakindustrie.
De concentratie van de Nederlandse Tabaksindustrie betekende dat de aangewezen fabrieken met de in voorraad zijnde tabak door mochten gaan met produceren en voor hun producten het eenheidsmerk Beka gebruikten. Een groot aantal merken van voorheen was inmiddels verdwenen. De eenheidstabak kwam in 2 prijsklassen op de markt, namelijk de duurdere 1e soort en de mindere 2e soort. Men onderscheidt rooktabak voor de pijp, lichte shag, donkere shag en pruimtabak.
De eenheidstabak had geen constante kwaliteit en werd eerst nog in pakjes van 50 gram geproduceerd. Op de verpakking stond geen merk, slechts de tekst: “Product der Nederlandsche Kerftabakindustrie”. De pakjes verschilden soms van vorm, afhankelijk van welke fabrikant het gemaakt had. De fabrikant gebruikte voor herkenning zijn fabrikantennummer, die op de banderolle vermeld stond.
Vanaf 1 augustus 1943 werd er minder tabak op de rantsoenen verstrekt door tekort aan grondstoffen. Sigaretten gingen van 25 gram tabak naar 20 gram door de sigaretten kleiner te maken. Rook-shag- en pruimtabak werden van 25 naar 20 gram per rantsoen verlaagd. Voor 2 rantsoenen kon men een pakje Beka van 40 gram kopen. De nog aanwezige 50-gramsverpakkingen van het oude gewicht mocht men uitverkopen. De eenheidsprijs van 50 gram 1e soort was 70 + 21 opcenten. De prijzen van pakjes van 40 gram was voor de 1e soort 48 + 14 1/2 opc. en voor de 2e soort 24 + 7 1/2 opc. Uiteindelijk werden de pakjes van 40 gram de standaard.
Beka werd ook geleverd aan de Deutsche Wehrmacht. Op het oranje-rode label van de verpakking stond in het midden gedrukt “Hergestellt für die Deutsche Wehrmacht”.
Voor telers van inlandse amateurtabak kwam tabaksaus op de markt om de eigen tabak van smaak en aroma te voorzien.
Op de achterkant van de verpakking van de Fa. K. ten Have werd vermeld dat deze zo goed was dat het resultaat vergeleken kon worden met de smaak van Beka shag.
Een tweede eenheidsmerk was Pax, dat Vrede betekent en vlak na de bevrijding werd uitgebracht. Er kon toen nog geen goede tabak geïmporteerd worden. Ook hier staat op de verpakking de tekst: “Product der Nederlandsche Kerftabakindustrie”. Behalve restanten en tabakken van mindere kwaliteit zat er soms ook inlandse tabak in verwerkt, d.w.z. tabak die in Nederland geteeld werd. Gebruikelijk stond op de verpakking de naam “inlandse tabak”, maar door de complexiteit van de samenstelling mocht het bij PAX achterwege worden gelaten.
Pax werd o.a vervaardigd door de fabrieken Fokke van der Meulen uit Drachten, Niemeijer uit Groningen, Pelletier & Philips uit Zaltbommel, J.B.G. Bloemen uit Ootmarsum en Heupink & Reinders uit Ootmarsum. In het archief van het Regionaal Archief Rivierenland bevindt zich een drukvel van Pax rooktabak 40 gram.
Vanaf 1 november 1947 waren de pakjes Pax bonvrij. De laatste pakjes werden in 1948 verkocht. Het heeft nog tot 1 juli 1949 geduurd voordat alle tabak vrij te verkrijgen was. Inmiddels waren de pakjes weer op het oude gewicht van 50 gram teruggebracht en verdwenen de eenheidsmerken uit het assortiment. Naarmate de invoer van tabak o.a. uit Nederlands-Indie toenam kwamen de oude merken, aangevuld met nieuwe op de markt.
Bron:
- ARA toegangsnr. 20607602
- KB: kranten.kb.nl nu www.delpher.nl
- Verpakkingen uit particuliere collecties
- Regionaal Archief Rivierenland