De tabaksaffaire van J.Koper Az
Ruim vijftig jaar geleden werd in Amsterdam nabij de Prinsengracht een pijpenvondst gedaan van ongerookte koppen. De vondst, twee dozen vol, bestond uit resten van gebroken pijpen. Het ging in hoofdzaak om twee modellen met teksten aan weerszijden van de steel.
Pijp A heeft als tekst: J.KOPER.Az / PRINCEGRACHT – AMSTERDAM
Pijp B J.KOPER Az IN TABAK (…), (…PRINCEGR) ACHT AMSTERDAM
Het is aannemelijk dat de pijpen in gebroken toestand weggegooid zijn. Beide pijpen zijn rondbodempijpen maar helaas niet gemerkt, zodat we de pijpenmaker niet kunnen achterhalen. Het model heeft een licht gebogen steel. Voor de vervaardiging zijn twee pijpenmallen gebruikt. Behalve het verschil in gravering zijn de stelen ook verschillend van dikte. De tekst is in de steel gestempeld.
Ik heb mij dikwijls afgevraagd wat J.Koper precies “in tabak” deed en het zou altijd een raadsel blijven tot ik kort geleden twee sigarenzakjes aantrof van de firma J.Koper Az. bij de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Op het oudste zakje, blauw gedrukt, staat SIGARENFABRIEK van J.KOPER Azn, Prinsengracht over de Prinsensluis 00-678 AMSTERDAM. De cijfers 00 geven de buurt aan, 678 het huisnummer. Datering van dit zakje door de beeldbank 1852-1875. Een tweede zakje, bruin bedrukt, is van iets latere datum. De tekst luidt nu: J.KOPER Azn, Prinsengracht over de Prinsensluis 00.48 en Anjelierstraat 00.1 AMSTERDAM. Het pand blijkt inmiddels vernummerd te zijn en Koper heeft het pand Anjelierstraat 1 erbij betrokken. Beide panden vormen samen de hoek Prinsengracht-Anjelierstraat. Datering van dit sigarenzakje volgens de beeldbank 1875-1900.
Door de afbeeldingen op de zakjes weten we hoe J.Koper “in tabak” zat. Hij had in het begin een sigarenfabriek en een winkel. In de Beeld Bank kwam ik nog een tekening van een verbouwing uit 1864 van Koper tegen. Misschien dat een van de pijpen gemaakt is ter gelegenheid van de heropening in dat jaar. De pijp was immers een gangbaar model in de tweede helft van de 19e eeuw. Ongetwijfeld zullen de pijpen voor Koper als reclameobject hebben gediend. Wel een dure vorm van reclame, want de mallen moesten daarvoor speciaal worden gemaakt en gegraveerd.
Het pand van J.Koper stond op de hoek van de Prinsengracht en de Anjelierstraat. Het gebouw was gebouwd om in te wonen, te werken en handel te drijven. Op de begane grond was de winkel met kantoor en woonkamer. De eerste verdieping, bereikbaar via een trap, bestond uit een grote woonkamer en een slaapkamer. Over de tweede verdieping en de zolder, via de trap toegankelijk, zijn geen gegevens bekend, daar zou in ieder geval de tabaksverwerking en de productie van sigaren hebben plaatsgevonden. Ook bevond zich daar een voorraadmagazijn . Wanneer Koper zijn zaak beeindigd heeft weten we niet. Omstreeks 1920 was in het pand de hoeden- en pettenfabriek van M.E.Donker gevestigd en weer later werd het een café. In 1958 is het pand afgebroken, evenals het andere pand van Koper, Anjelierstraat 1.
In 1880 is Koper in het bezit van een een Tabaks-, eest- en zeefmachine. Deze machine werd gebruikt om de gedroogde geperste balen tabak te bewerken. Nadat de tabaksbladeren van elkaar zijn gehaald en vochtig gemaakt gaan ze de eestmachine in. De warme ronddraaiende trommel zorgt ervoor dat de bladeren aandrogen tot de juiste vochtigheid, zodat het blad geschikt is om er sigaren van te maken. Na het eesten wordt de tabak gezeefd om stof en andere ongerechtigheden te verwijderen.
Opmerkelijk in deze advertentie is dat de maker van de machine nieuwe klanten opmerkzaam maakt op de mogelijkheid de eestmachine bij Koper te komen bezichtigen. Machines werden soms door kleine Nederlandse metaalbedrijven vervaardigd, echter de meeste werden uit het buitenland (vnl. Duitsland) geïmporteerd.
Op bovenstaande schematische weergave van de winkel zien we dat de winkeldeur (ingang) na 1864 niet meer in het midden is gesitueerd, zoals op de sigarenzakjes is afgebeeld. Dat zou er op kunnen duiden dat beide sigarenzakjes van vóór 1864 zijn. Maar betrouwbaar is het niet, panden werden vaak mooier afgebeeld dan in werkelijkheid.
De plattegrond van de winkel geeft een goed beeld hoe een tabakszaak uit midden 19e eeuw eruit zag. De inventaris bestond uit een aantal winkelkasten, vaak samengevoegd tot een kastenwand. In de kasten stonden de grote snuifpotten en genummerde spanen winkeldozen met verschillende soorten tabak. Op de toonbank de weegschaal en erboven hingen vaak de verpakkingszakken. Met gebruik van een stempel op de zak kon men de verschillende soorten onderscheiden. Voor de ramen bij de ingang werd meestal een etalage gebouwd, waarin sigaren in kistjes en tabak in pakjes lagen. Vaak verkochten de tabakswinkels, ontstaan uit de vroegere “affaires in koloniale waren” ook koffie en thee, of dit voor Koper ook gold weten we niet.
In een advertentie uit 1857 lezen we meer over de toen gebruikelijke inventaris van de winkel.
Bronnen:
Beeldbank Stadsarchief Amsterdam: https://archief.amsterdam/beeldbank/?mode=gallery&view=horizontal&q=sigarenzakje&page=1&reverse=0
Krantenarchief http://waterland.courant.nu
Afb. Pijpen uit particuliere collectie